We zijn het college begonnen met het kijken van een filmfragment van van Koten en de Bie, we hebben vooral op het taalgebruik in dit fragment gelet.
De drie opvallende punten:
1) hard praten
2) krom praten
3) respecteren
Hierna hebben we het gehad over veranderingen in het taalgebruik die positief uitpakken, ik heb ze hieronder op een rijtje gezet:
-Spreeksnelheid aanpassen
-Nadruk leggen op belangrijke woorden
-Eenvoudige kortere zinnen
-Herhalingen
-Aangeven, voorop plaatsen van het onderwerp
-Ruimte geven om terug te praten
-Op natuurlijke wijze feedback geven
Hierna hebben we een aantal stellingen behandeld en verschillende risicogroepen onder de loep genomen.
NT2-leerders en taalzwakker leerlingen:
* Sociaal-economisch zwakkere milieus, lager opgeleide ouders, ‘prachtwijken’.
* Minder taalaanbod in thuissituatie leerlingen.
* Achterstand woordenschat.
* Instroom: Groep 1 basisschool.
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
* Differentiatiefase (2,5 tot ongeveer 5 jaar).
* Woordenschatuitbreiding in VVE.
* Niet verplicht.
* Samenwerkingsverband met basisscholen/besturen.
Taalinhoud woordenschat:
* Betekenisontwikkeling en woordenschatuitbreiding moeten centraal staan. Dat is belangrijk voor de communicatie, het begrijpend lezen en het leren.
* Hoofdstuk 4 in ‘Nederland als tweede taal in het basisonderwijs’.
* De 4 fasen van het woordenschatonderwijs: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren.
Taalontwikkelde interactie:
* Drie taalgroeimiddelen: taalaanbod, taalproductie en feedback.
* Impliciet/expliciet verbeteren (hst 3 Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs).
Taalstimulering in alle lessen:
* Dagelijkse algemene taalvaardigheid (DAT) en cognitieve academische taalvaardigheid (CAT)
* Dagelijks taalgebruik en Schoolse taalvaardigheden (hst 6 Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs).
* Vier belangrijke gebieden: stimulering (mondeling) taalvaardigheid, woordenschatuitbreiding, begrijpend lezen en taalleerstrategieën.
Leerkrachtvaardigheden
* Systematisch en effectief woorden selecteren, uitleggen en inoefenen met oog op kennis opbouwen integratie in alle onderwijsactiviteiten.
*In de meest uiteenlopende situaties taalontwikkelende interactie kunnen inzetten
*intergratie taal en zaakvakken
Dubbele focus
* Twee soorten doelen: de zaakvakdoelen en de taaldoelen.
* ‘Taal een zaak van alle vakken’ (Marianne Verhallen).
Methode en toetsen:
* NT2-methode en woordenschatmethoden.
( piramide, Kaleidoscoop, Puk&Ko, knoop het in je oren, Laat wat van je horen.)
* Geïntrigeerde taalmethode
(taalverhaal, zin in taal)
* Toetsen (Cito, taaltoets alle kinderen (TAK) * www.leermiddelenplein.nl/po/
Kennistoets Kleur:
* Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs
* Taal een zaak van alle vakken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten