Ik heb Minouk nu sinds september in mijn klas. Ze is heel gedreven om te presteren maar verder is het een stil meisje. Haar ouders heb ik nog nooit echt uitgebreid gesproken, ik kijk soms wel of ze bij het schoolplein staan maar Minouk komt altijd alleen, ze is natuurlijk ook gewoon twaalf jaar. Op een ouderavond heb ik haar ouders ook nog niet ontmoet. Minouk haar resultaten zijn ook gewoon goed dus er is geen noodzaak dat ik haar ouders spreek maar het liefst leer ik altijd alle ouders een beetje kennen van de leerlingen. In de klas merk ik niet dat Minouk gepest word, ze is erg stil en teruggetrokken en de rest van de leerlingen laat haar daardoor een beetje links liggen. Ze is nog nooit betrokken geraakt bij een ruzie. Wel probeer ik haar naast iemand in de klas te zetten die met haar begaan is en als ze een keer met elkaar praten zie ik dit een beetje door de vingers omdat ik het belangrijk vind dat Minouk contact maakt. Extra begeleiding in de taal zal goed zijn voor Minouk, ik probeer haar ook meer te laten spreken door bijvoorbeeld een spreekbeurt te laten geven. Wat fijn zou zijn is als Minouk ook thuis Nederlands kan praten maar helaas is dit niet het geval.
Keulen, A. van, Beurden, A. en Pels, T. (2010). Van alles wat mee nemen. Bussum: Coutinho
Samenvatting hoofdstuk Chinezen
Chinezen.
5.1 inleiding
In 1911 kwamen de eerste Chinese migranten aan in Rotterdam. Zij hielden zich vooral bezig met het op straat verkopen van pinda’s. ze stonden daarom bekend als pinda-Chinezen.
In de jaren 60 en 70 kwam er ook een deel van de Chinese gezinnen naar Nederland. Vooral uit Honkong of de Volksrepubliek China.
Na 1975 kwamen de meeste Chinezen naar Nederland, er wonen in Nederland ook Chinezen die afkomstig zijn uit Indonesië en Suriname.
In 2010 wonen er in Nederland zo’n 71 530 Chinezen (cbs, 2010).
Er wordt in de Chinese gezinnen maar weinig Nederlands gesproken. Bij de meeste gezinnen is Kantonees de voertaal. Andere veel voorkomende talen zijn: Kakka, Hokien, Wenzhou of Mandarijns.
De meeste Chinezen gaan na hun vestiging in Nederland werken in de horeca. Ze zijn vaak werkzaam in de Chinees-Indische restaurantsector als kok, kelner of restauranteigenaar.
5.2 diversiteit
Ongeveer de helft van de Chinese ouders spreekt nauwelijks Nederlands. Vooral de moeders vinden het belangrijk dat hun kind ook de Chinese taal leert omdat de ouders en de kinderen elkaar anders niet kunnen verstaan.
De meerheid van de moeders spreekt de voorkeur uit naar een gemengde woonomgeving. Dit vinden ze belangrijk om te integreren en de Nederlandse taal te leren. Veel moeders nemen ook deel aan activiteiten buitenshuis.
Ouders van de tussengeneratie hebben vaak een hoger onderwijs genoten dan de ouders van de eerste generatie. Veel ouders in China hebben enkele jaren middelbaar onderwijs gehad. Een aantal hebben ook hoger onderwijs gevolgd en iets minder dan de helft heeft maximaal basisonderwijs gevolgd.
Van de onderzoeksgroep werkt bijna 70 procent van de mannen in de horeca, van de vrouwen werkt ongeveer de helft als huisvrouw, de andere helft werkt in een restaurant. De overige mannen uit de onderzoeksgroep vervullen of een hogere functie (apotheker, arts, wetenschappelijk medewerker) of ze zijn werkeloos. Het restaurant is voor veel kinderen ook hun huiskamer. Hier wordt gespeeld of huiswerk gemaakt. Het komt ook wel voor dat jongere kinderen door opa of oma worden opgevangen of worden teruggestuurd naar China om daar door opa en oma te worden opgevoed.
Chinezen zijn door de Nederlandse overheid niet erkend als minderheid. Zij zijn niet zoals bijvoorbeeld Turken of Marokkanen als gastarbeiders gekomen of zoals Surinamers vanuit een voormalig Nederlandse kolonie afkomstig. Dat zij niet als minderheid worden erkend betekent dat zij niet vallen onder het minderhedenbeleid en niet profiteren van de daarbij behorende maatregelen. Bijvoorbeeld: ondersteuning van eigen organisaties, een eigen talig radioprogramma, het aanstellen van Chinese hulpverleners, eigen talig voorlichtingsmateriaal.
5.3. hoe moeders terug kijken op hun jeugd
Voor meisjes was de opvoeding streng. Er moesten vaak op jonge leeftijd al huishoudelijke taken worden verricht en ze hadden weinig bewegingsvrijheid. Veel moeders miste in hun jeugd vooral aandacht.
Hoewel het merendeel van de moeders hun eigen opvoeding als streng heeft ervaren vinden ze het belangrijk dat hun eigen kind eenzelfde strenge opvoeding moet krijgen, het vormt een grote inspiratiebron. Ze willen hierbij dan wel meer aandacht aan hun kind schenken. Een minderheid van de moeders wil het helemaal anders doen. Zij willen hun kinderen juist meer aandacht, vertrouwen en openheid geven en samen dingen doen. Van de ondervraagde vaders is er wel een meerderheid die hun kind meer aandacht, vrijheid en liefde willen geven dan dat ze zelf hebben gehad.
5.4. opvoedingspatronen
De opvoeding wordt vooral gedaan door de moeders. Zij nemen ongeveer 90 procent van de opvoeding en de verzorging op zich. De mannen dragen weinig bij aan het huishouden en de verzorging van de kinderen. De vaders dragen naarmate de kinderen ouder worden wel meer bij maar dit blijft vaak beperkt tot steunend of corrigerend optreden.
Yim fu si mu ( vader is streng, moeder is aardig.)
Vaders zien zichzelf vooral als moreel leider. Vader moet het goede voorbeeld geven door zich rechtvaardig en deugdzaam te gedragen.
Als de vaders hoger zijn opgeleid of uit de tussengeneratie komen nemen zij wel meer verzorgende taken op zich.
In veel gezinnen woont ook een grootouder in huis om te helpen met het opvoeden van de kinderen, ook wordt deze taak vaak gedaan door de oudere kinderen in het gezin. Veel Chinese vaders vinden het makkelijker om hun kind op te voeden in Nederland. Reden hiervoor zijn de grote mogelijkheden op de arbeidsmarkt en de sociale en onderwijsvoorzieningen.
5.5. opvoeden van klein naar groot
Vanaf zes maanden wordt een kind al bijgebracht wat wel en niet mag, ook moet het kind al bepaalde vaardigheden leren. Bijvoorbeeld: zitten, eten opscheppen, kruipen, lopen enz.). De Chinese visie op de ontwikkeling en opvoeding van kinderen gaat uit van een stapsgewijs verloop en de overtuiging dat mensen alles kunnen leren.
Tussen het eerste en tweede levensjaar moeten kinderen leren lopen, praten en zindelijk worden. Tussen het tweede en het vierde levensjaar moeten zij geleidelijk voor zichzelf gaan leren zorgen. In deze periode worden de kinderen vaak als lastig gezien. Ze vragen veel aandacht en krijgen een eigen willetje.
Tussen het vierder en het zesde jaar gaan de kinderen naar school en leren zich te gedragen met anderen. Ze worden verwacht grotendeels voor zichzelf te zorgen. Er wordt aangespoord om op school hard te werken, goed te leren en goed naar de leerkracht te luisteren.
Speelgoed is vooral ontwikkelingsgericht. Ook de tv of spelletjes moeten educatief zijn of goed zijn om Nederlands te leren. Gemiddeld kijken kinderen per gezin niet meer dan 2.5 uur. Kinderen lezen ook vee, vooral de meisjes omdat die vaker thuis zijn. De meeste moeders die niet werken nemen hun kinderen mee naar uitstapjes als het park of de speeltuin, al houden zij hen het liefst onder toezicht.
Rond de tien a twaalf jaar zijn de kinderen zelfstandig. Sommige zijn sterk aan huis gebonden en hebben daardoor weinig vrienden. Ze moeten ook hard werken in het restaurant of hard studeren om een goed betaalde baan te krijgen om later de ouders te verzorgen.
Tussen de 16 en de 20 jaar zijn de kinderen volwassen. De rol van de ouders gaat van sturend naar meer adviserend.
5.6. opvoedingsdoelen
Het belangrijkste onderdeel van de opvoeding is presteren. De kinderen moeten een zo hoog mogelijke opleiding krijgen. Andere belangrijke doelen zijn, respecteren van de ouderen, oppassendheid, beleefdheid, het rechte pad volgen en gehoorzaamheid. Dit hangt sterk samen met het Chinese begrip van eerbied en plichten die de kinderen aan hun ouders verschuldigd zijn. Kinderen zijn er primair voor de ouders. Dit krijgen zij mee van hun ouders, op scholen en de Chinese samenleving. Belangrijke waarden uit de Chinese cultuur zijn harmonieus met elkaar omgaan, vermijden van conflicten en zorgzaam en verantwoordelijk gedrag ten opzichte van je medemens.
5.7
In Chinese gezinnen staat het in stand houden van de groep centraal, waardoor de opvoeding niet zozeer gericht is op het individu. Ieder kind verdient een zelfde aanpak. Een kleine minderheid van de moeders heeft door hun opvoedingservaring met oudere kinderen wel gezorgd voor een meer individuele gerichte aanpak voor hun jongere kinderen, hierdoor hebben de moeders met deze kinderen intensiever contact. Met dochters hebben de moeders het meeste contact. Om meer bij hun kinderen te zijn zeggen sommige moeders hun baan op.
5.8 Straffen en belonen
Ouders vinden dat belonen geen goede invloed heeft op de kinderen, ze raken verwend of worden arrogant. Vaders leiden het gedrag van hun kinderen in goede banen door te waarschuwen, fysiek te straffen of te praten. Een kleine groep vaders onderhoud een vertrouwelijke verstandhouding met hun kinderen. De meeste moeders hanteren geen strikte regels, die regels die er wel zijn gaan over tijdstip van thuiskomen en naar bed gaan. Oudere kinderen worden buitenshuis wel in de gaten gehouden maar de moeders stellen geen strikte regels. Jongere kinderen worden gecorrigeerd door straf, bij oudere kinderen worden gewaarschuwd en meer uitgelegd. Moeders hanteren verschillende soorten straf zowel mentaal als fysiek. Moeders van de tussengeneratie leggen kinderen vaker uit waarom iets niet mag terwijl de eerste generatie moeders vaker fysieke straffen geven.
5.9 De Chinese school, religie en familie – ideologie
De ouders in dit onderzoek hechten veel belang aan het behoud van de Chinese taal, vooral voor communicatie, terwijl de kinderen liever Nederlands praten. Er zijn Chinese scholen die meestal op zaterdag voor onderwijs zorgen over: Chinese taal, Chinese normen en waarden, achtergronden van de Chinese cultuur, de geloven (boeddhisme, taoïsme en confucianisme, de Chinese feestdagen (vooral oud&nieuw, hierbij wordt er echt een nieuwe start gemaakt).
Chinezen gaan ervan uit dat het leven een geschenk is dat je ontvangt van de geesten van de voorouders. Chinezen zijn sterk gericht op familie-ideologie, er is een strakke hiërarchische ordening naar generatie en geslacht. Kinderen hebben een aantal verplichtingen: bewaren harmonie in relatie met anderen, juiste beleefdheidsregels en omgangsvormen naleven, bescheidenheid, vlijt en schaamte, goed presteren en kuisheid. Een individu conformeert zich altijd tot de groep waar het bij hoort.
Voor de meeste moeders hoort het krijgen van kinderen bij het huwelijk, vooral zonen, al is er bij de moeders van tegenwoordig minder sprake van voorkeur. Vooral moeders van de eerste generatie rekenen op steun van de kinderen.
5.10 seksespecifieke opvoeding
Meisjes worden scherper in de gaten gehouden en zijn meer aan huis gebonden. De kinderen hebben een redelijke bewegingsvrijheid maar maken hier nauwelijks gebruik van. Moeders houden scherp in de gaten met wie hun kinderen omgaan, uitgaan doen zowel jongens als meisjes nauwelijks, ouders hebben hoge verwachtingen. Kinderen moeten goed presteren en gaan op zaterdag naar de Chinese school en ze werken hier nog bij.
De meeste moeders willen voor hun zoon een Chinese vrouw, die gaat deel uitmaken van de familie. Voor meisjes maakt het minder uit. Toekomstig ouderschap is voor de kinderen vanzelfsprekend en seksualiteit is een taboe. Moeders zijn blij dat de kinderen seksuele voorlichting krijgen op school zodat ze dat zelf niet hoeven te doen.
5.11 onderwijs
De meeste ouders uit het onderzoek zijn tevreden over het onderzoekssysteem, onderwijs is erg belangrijk wel vinden ze dat ze weinig steun en advies krijgen van de leerkrachten. In China is het niet vanzelfsprekend dat je wordt toegelaten tot het vervolgonderwijs. Sommige ouders vinden daarom het Nederlandse onderwijs te vrijblijvend en niet serieus genoeg. Chinese ouders oefenen veel druk uit op hun kinderen en houden alles nauwlettend in de gaten. Toch is het contact met de school vaak minimaal In China is het gewoon dat de school ook opvoedingstaken van de ouders overneemt. Dus zolang het goed gaat is er geen contact met de school. Chinese kinderen zijn vaak stil, hun ouders willen dat ze zich rustig, bescheiden en beschaafd gedragen.
5.12 het vervolgonderwijs
Chinese jongeren nemen vaker dan andere allochtonen en Nederlandse jongeren deel aan havo- of vwo- onderwijs. Maar zij doubleren in verhouding met Nederlandse jongeren vaker en verlaten vaker de school zonder diploma. Door hun grote ijver en inzet krijgen ze vanaf de basisschool een hoog doorstroom advies maar redden het vaak niet door taalachterstand. Hoewel de meeste kinderen extreem hard werken zien ouders dit als luiheid. De moeders die wel oog hebben voor de problemen noemen inderdaad de Nederlandse taal als obstakel. Kinderen krijgen soms enige tijd logopedie.
5.13 discriminatie
De meeste ouders in het onderzoek leren hun kinderen pesterijen en discriminatie te negeren. Een aantal ouders vind dat hun kinderen van zich af moeten bijten. Kinderen worden niet alleen gepest door Nederlandse kinderen, tussen Chinese kinderen en Turkse en Marokkaanse botert het niet erg. Veel Chinese vinden dat Turkse en Marokkaanse kinderen hun best niet doen op school en zich niet goed gedragen.
5.14 opvoeding en ondersteuning
Meer dan de helft van de moeders uit het onderzoek meldt dat Chinezen wel eens op het gedrag van elkaar kinderen letten. Vrijwel alle moeders noemen als probleemgedrag van hun kinderen ongehoorzaamheid en brutaliteit. Kinderen ouder dan 12 jaar zijn vaak minder brutaal en ongehoorzaam.
Ouders die de Nederlandse taal beheersen vinden het helpen van hun kinderen bij schoolwerk prettig, wanneer de taalvaardigheid minder is zien de ouders het meer als een belasting. De meeste opvoedingsondersteuning vinden de moeders bij de vaders. De meeste gezinnen hebben nauwelijks contact met Nederlanders of Nederlandse instellingen.
Afwezigheid van de familieleden is een groot probleem. Kinderopvang is niet afgestemd op de piekuren van een restaurant. Kinderen verblijven vaak bij buren, of door oma als die in Nederland woont. In een uiterst geval worden de kinderen naar oma in China gestuurd.
De horecasituatie beïnvloedt het Chinese gezinsleven en de opvoeding sterk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten