dinsdag 24 januari 2012

toepassingskaart 8 Nederlands als tweede taal, woordschatdidactiek



In mijn stageklas (schoolverlaters op het sbo) wordt voor het vak Aardrijkskunde de methode 'Meander aardrijkskunde'. Ik heb een les uitgezocht die aansloot met de belevingswereld van de leerlingen maar ook met de onderwerpen die in andere vakken behandeld worden. De les ging over planeten een onderwerp waar de leerlingen ook met taal mee bezig zijn dus ze wisten hier al veel vanaf. Om deze les tot een les volgens het win-win model in te vullen heb ik er drie korte lessen van gemaakt ipv een les die officieel ongeveer een uur duurt. 

les 1:

-De les is officieel een studieles waarbij de tekst uit het boek eerst wordt voorgelezen dmv een voorleesstem via het activeboard, over deze tekst wordt dan een leergesprek gehouden met een minimale schriftelijke verwerking. 
-Eerst heb ik klassikaal een mindmap met de leerlingen gemaakt wat ze eigenlijk ook altijd bij een taalles gezamenlijk doen. Het woord planeten stond in het midden
-Ik heb zelf werkbladen ontworpen bij de tekst uit het aardrijkskunde boek. Op deze werkbladen waren taal gerelateerde opdrachten te vinden. Zoals het opzoeken van moeilijke woorden in een woordenboek. 
-Ook zijn de leerlingen gewend om bij een taalles een woordenlijst met begrippen te krijgen, deze keer kregen de leerlingen wel al in de moeilijke woorden in een lijst maar moesten ze zelf de betekenis zoeken.
-De woordenlijst mocht nog aangevuld worden met moeilijke woorden die ze zelf bedacht hadden of in de mindmap naar voren kwamen
-Ik heb de leerlingen in tweetallen laten werken zodat ze elkaar konden helpen bij moeilijke opdrachten. 
-Wanneer dit klaar was maakte de leerlingen een zelfgemaakte kruiswoordpuzzel waarbij ik de woorden beschreef en ze het goede woord in de puzzel in moesten vullen, ook dit mocht in tweetallen.

De moeilijke woorden voor de woordenlijst:
-brokstuk
-aantrekken
-dampkring
-gewichtloosheid
-heelal
-lichtspoor
-meteoriet
-neerstorten
-planeet
-ruimte
-sterrenkundige
-sterrenstelsel
-vallende ster
-zwaartekracht

uitdrukking:
ergens een ster in zijn


les 2:


-We begonnen met verkennend lezen van de tekst
-Hierna we de tekst met elkaar doorgelezen. Dit ging goed doordat we de tekst al een keer gehoord hadden en de moeilijke woorden behandeld, nu konden de leerlingen de moeilijke woorden nog beter in de context plaatsen. 
-Na elke alinea stopte we met lezen en hadden het over de betekenis van de moeilijke woorden
-Doordat de leerlingen de tekst en de moeilijke woorden goed snapte was er een grote betrokkenheid vanuit de leerlingen bij de tekst.
-De leerlingen hebben gekeken naar een filmpje over het zonnestelsel.
-Na het lezen hebben de leerlingen een tekening van het zonnestelsel gemaakt nadat we gezamenlijk op het bord de planeten met kenmerken op volgorde hadden gezet.


Les 3:


Ik wilde dat de leerlingen net als de vorige twee lessen met zowel taalbetekenis, de inhoud van de les als de taalfuncties bezig waren. 
-Daarom heb ik de derde les gekozen de leerlingen een 'elfje' te laten maken over het onderwerp dus over planeten.
-In het 'elfje' moesten de leerlingen iets over de planeten zeggen en tenminste één woord uit de woordenlijst hierin gebruiken. De leerlingen hebben al eerder een 'elfje'gemaakt en zijn dus bekend met deze werkvorm, hierdoor kunnen ze zich puur op de inhoud richten.

voorbeeld elfje:

Reflectie:
Ik kijk met een tevreden gevoel terug op de lessen die ik heb gegeven. De kinderen vonden de verschillende werkvormen leuk en om op deze manier een aardrijkskunde tekst te behandelen was erg leuk. De drie lessen kon ik er makkelijk voor uit trekken omdat ik in de aardrijkskunde tijd aan het werk kon en in de taal tijd. Met de verschillende werkvormen waren de leerlingen al eens in aanraking gekomen alleen niet bij aardrijkskunde. De kennis en de betekenis van de woorden zat er goed in bij de leerlingen, dit is ook zo omdat de leerlingen hier nu zelf veel mee bezig waren maar ook omdat ze erg enthousiast waren over het onderwerp. De verschillende werkvormen waren erg leerzaam en leuk. Toen we de tekst tijdens les twee voor de tweede keer besproken wisten de leerlingen nog goed waar de tekst over ging en de betekenis van de woorden die ze bij les 1 hebben opgezocht. De tekst voor de tweede keer behandelen had zeker al te maken met verdieping. Op het voorbereidingsformulier had ik duidelijke lesdoelen voor mijzelf en de leerlingen opgeschreven zodat ik goed voor ogen had welke richting ik op wou gaan met de lessen. 
De leerlingen zijn deze lessen met de taalbetekenis als de taalfunctie van de tekst en de woorden bezig geweest. 
Ik heb deze lessen 'boven' de methode gestaan. Ik heb van één les drie lessen gemaakt waarbij de woordenschatontwikkeling groot is. Het was een erg leerzame opdracht. Ik merkte ook dat leerlingen meer in zich opnemen wanneer ze drie keer ongeveer 20 minuten aan een tekst zitten dan in één keer 60 min en daarna niks meer met  de tekst doen. 

Mijn mentor was tevreden over de lessen en de uitwerking ervan. Ik vond het ook fijn zelf weer een les te mogen maken. Omdat ik stage heb gelopen op het sbo zat ik erg vast aan vaste werkvormen omdat de leerlingen anders snel van slag zouden raken, toch ging dit erg goed. Ik heb duidelijk van te voren gezegd wat de bedoeling was en het doel van de les tegen de leerlingen. Op een leuke manier ben je toch weer met taal bezig met de leerlingen.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten